Erik van der Hoeven wordt de veehouder van Burgerboerderij de Patrijs. Een bevlogen man, gedreven om zijn vee te houden op een manier die goed is voor de dieren, de bodem, de natuur én de portemonnee. Gefascineerd praat hij over zijn vak, maar liever steekt hij de handen uit de mouwen. Wat bewoog hem om zijn goedbetaalde salesfunctie in hartje Amsterdam vaarwel te zeggen en veehouder te worden?
Geboren en getogen in Haarlem, verhuisde rond zijn twintigste naar Amsterdam, werkte er in een brouwerij en kwam zo in de sales terecht: dat is Erik van der Hoeven. “Ik vond duurzaamheid toen al belangrijk, maar in de wereld waar ik werkte was het vooral een marketingverhaal. Ik kon het te weinig tot uiting brengen.” Hij stopte met zijn werk en startte met de studie Biodynamische landbouw. En toen ging het hard: van studie, naar stage naar veehouder bij Burgerboerderij De Patrijs.
Meer balans
Erik wil als veehouder van De Patrijs de ketens zo sluitend mogelijk maken. Er zijn nu 160 koeien op de boerderij, hij wil het terugbrengen naar ongeveer 70, zodat het aantal dieren beter aansluit bij de hoeveel land die De Patrijs heeft. “Hierdoor hebben we geen mestoverschot meer en wordt er ook geen voer van buitenlandse bodem naar ons erf gebracht, omdat we dit op eigen grond kunnen verbouwen”, aldus Erik. “En dat is wel zo duurzaam.”
Gezonde mest
De mest die er is, rijdt Erik uit over de akkers. Gaat dat niet gruwelijk stinken? Erik lacht. “Ik snap die gedachte, want drijfmest wordt geïnjecteerd. Maar onze koeien eten gezonder, dus de stank is minder. En we mixen de mest met stro en dat mengsel wordt ingewerkt in de bodem. Wat je krijgt, is voeding die het bodemleven niet onder druk zet, zoals drijfmest dat wel doet. Je kunt dat vergelijken met een adrenalineshot.”
Jonge stiertjes
Erik heeft nog veel meer plannen en dromen. “Jonge stiertje worden vaak als een restproduct gezien, omdat ze geen melk geven. Ze worden snel opgefokt en geslacht. Wij laten ze twee jaar grazen, het liefst in natuurgebieden, en geven ze de tijd om rustig te groeien voordat ze naar de slachterij gaan.” Hij hoopt ook dat De Patrijs een eigen stier krijgt, zodat ze zelf kunnen fokken. “Het is toch zonde dat dit via inseminatie gebeurt? Wij willen dat natuur zelf het werk doet.”
Nog 21 certificaten
De natuur zelf het werk laten doen, op haar haar eigen tempo. De kringlopen sluiten. Dat is het motto van Erik. Maar het is nog steeds niet zeker dat hij zijn droom kan waarmaken. Burgerboerderij de Patrijs kan alleen doorgaan als ze genoeg geld ophalen. “We moeten vóór 1 oktober nog 21 certificaten van 1000 euro per stuk uitgeven. De andere 479 hebben inmiddels een eigenaar. Lukt dit niet, dan gaat mijn droom als een nachtkaars uit.”